Exposurebehandeling

Exposure kun je op veel manieren doen. Om angst uit te doven kan het heel belangrijk zijn de juiste exposure vorm te kiezen. Participant modeling biedt vaak een krachtige exposure vorm bij veel fobieklachten.

Hieronder ziet u behandeltechnieken die bij exposurebehandeling kunnen worden toegepast.

Graduele exposure

Het in haalbare stappen blootstellen aan de beangstigende situaties, waarbij een angsthiërarchie wordt gevolgd die veelal vooraf is opgesteld.

Exposure in de vorm van flooding

Het (langdurig) confronteren met de angstige situatie op intens niveau waarbij de cliënt zich committeert om ondanks de hoge angst niet uit de situatie te gaan.

Passieve exposure

passieve exposure: Het ondergaan van angstige confrontatie met behulp van ontspanning en afleiding.

Exposure in vivo

Exposure = blootstellen. In vivo = in de dagelijkse praktijk (dus door te doen, niet imaginair)

Exposure in vivo met responspreventie

Responspreventie = nalaten van ongewenst gedrag

Exposure in vivo practice

Zelf oefenen. Bij het ‘zelf oefenen’ wordt de cliënt vooral een actieve rol toebedeeld bij het maken van afspraken, b.v. het gaan naar het ziekenhuis en het zich melden voor een prik. De uiteindelijke prik wordt gewoonlijk weer passief ondergaan in tegenstelling tot participant modeling.

Naast passieve blootstelling en ondergaan c.q. ontvangen van een injectie in een gevreesde situatie, kan een patiënt ook actief meewerken aan het prikken. Dit heet ‘participant modeling’

Cue exposure

Cue exposure wordt vaak toegepast bij behandeling van verslaving.

Cue exposure betekent blootstelling aan gedraguitlokkende cues: mensen, plaatsen en voorwerpen) die zodanig geassocieerd zijn geraakt met iets, bv alcohol dat het contact ermee kan leiden tot fysiologische en psychologische reacties die aanleiding geven voor gebruik. In de cue exposure wordt responspreventie toegepast om het grijpen naar bv drank achterwege te laten in ene omgeving met cues.

Voorbeeld van cue-exposure bij eetbuien is om in huis snaai-eten op tafel voor je te zetten, en er elke 5 minuten een heel klein hapje van te nemen (in plaats van te gaan schransen). Door dit een periode vol te houden neemt veelal de cue-reactiviteit sterk af. Hierdoor is er minder kans op terugval als men laterop in de tijd wordt geconfronteerd met cues.

Narratieve exposure

Narratieve Exposure Therapie (NET) is een kortdurende, evidence based behandelvorm, specifiek ontworpen voor de behandeling van de (complexe) posttraumatische stress stoornis (PTSS) ten gevolge van meervoudige traumatiserende gebeurtenissen (bijvoorbeeld bij vluchtelingen, militairen of getroffenen van vroegkinderlijk seksueel misbruik). Bij NET staan de exposure, de levenslijn en de context waarin het trauma plaatsvond centraal. In de behandeling wordt een levenslijn gecreëerd, waarbij alle belangrijke (positieve en negatieve) gebeurtenissen chronologisch gereconstrueerd en doorgewerkt worden. Het weer verbinden van de trauma-herinneringen en de context-herinneringen zorgt voor integratie van de trauma's in het biografisch geheugen. Tevens wordt van iedere bijeenkomst een verslag opgesteld, dat als document aan het einde van de therapie wordt afgerond. Hierdoor biedt NET ook de functie van een getuigenis, hetgeen de cliënt helpt betekenis te geven aan wat hij of zij heeft meegemaakt. Deze getuigenis kan ook leiden tot (meer) erkenning en begrip in de omgeving van de cliënt.

Introceptieve exposure

Interoceptieve exposure. Blootstelling aan lichamelijke sensaties zodat de angst, die deze sensaties oproepen, kan uitdoven. Voorbeeld is de hyperventilatie provocatietest. Klik hier voor meer informatie over introceptieve exposure.

Imaginaire exposure, in vitro exposure

Het in gedachten oproepen (verlevendigen) van een beladen situatie en de aandacht daar op blijven richten.

Uitleg van therapeut naar cliënt over de toepassing van imaginaire exposure.

Internet boek met uitleg over imaginaire blootstelling of confrontatie

Imaginaire exposure met rescripting

Je wordt tijdens de exposure oefeningen uitgedaagd om met terugwerkende kracht zo te reageren als je had willen reageren. Een van de belangrijkste doelen is om te voelen dat je zelf niet fout was, maar je leefklimaat. Als imaginaire exposure alleen onvoldoende werkt, kan rescripting toegevoegd worden. Bij vroeg trauma in de jeugd, bijvoorbeeld bij seksueel misbruik of geweld, kan verwerking worden ondersteund met toevoeging van rescripting, tijden de traumaverwerking. Hierbij wordt het beeld opgeroepen vanuit het perspectief van het kind, vervolgens stelt men de situatie zich voor als volwassene en intervenieert. Daarna stelt men de situatie voor als kind en vraagt om interventie.


Hoe doe je imaginaire exposure?


Augmented reality (AR)

In AR worden virtuele objecten, bijvoorbeeld spinnen, via de camera van je smartphone in de echte wereld geplaatst. U kunt verschillende soorten spinnen kiezen, van hooiwagen tot tarantula. Ook zijn er verschillende levels om mee te oefenen, zoals een spin veraf tot een spin op de hand. Voor meer informatie, bezoek www.zerophobia-onderzoek.nl.



Virtual reality exposure

Via nagebootste omgevingen confrontatie therapie bieden. Deze virtuele werkelijkheid wordt veelal gecreëerd via brillen waarmee je 3 dimensionaal naar een omgeving kunt kijken die door de computer is gesimuleerd.


Exposure met contracondionering

Contra-conditioneren. Er wordt bij confrontatie met de angstige situatie een lichamelijk en mentaal ander pad aangelegd. Een pad wat niet leidt tot paniek, maar juist precies het tegenovergestelde gevoel oproept. Deze techniek kan je dan actief toepassen wanneer er een paniekaanval optreedt.

Worry exposure, exposure bij GAS / gegeneraliseerde angststoornis

Worry exposure gaat over het confronteren met je piekergedachten zodat het piekeren afneemt. Hierbij worden gevreesde toekomstige situaties expliciet gemaakt en verbeeld. Hierop wordt imaginaire exposure toepast totdat het angstbeeld minder lading krijgt.

Participant modeling

In het geval van participant modeling doet de behandelaar een activiteit voor (‘response modeling’) die daarna door de cliënt wordt verricht.

Response modeling

Bij 'response modeling' gaat het puur om het afkijken van de therapeut.

Symbolic modeling

Het gewenste gedrag kijk je van op video, boeken, rollenspel, optredens

Covert modeling

Cliënt gebruikt verbeelding om het gewenste gedrag in gedachten te oefenen. Dus je gebruikt een toekomstig scenario om daarin je vaardigheden in gedachten al uit te voeren. Bijvoorbeeld als voorbereiding op een sollicitatiegesprek, speech of optreden.

Rollenspel

Rollenspel is een techniek waarmee de cliënt de mogelijkheid krijgt om feedback te krijgen over zijn eigen gedrag en kan nieuw gedrag worden getest. Hierin kan aanmoediging ontstaan om het in het dagelijks leven toe te passen.

Exposure ondersteunen met humor

Desensitisatie bij exposure kan soms vergemakkelijkt worden door relativering via humor in te bouwen. Bij het volgende filmpje wordt een behandeling van een spinnenfobie met gebruik van humor getoond.

Exposure bij verstandelijke beperking

Confronteren en bekrachtigen van gewenst gedrag bij mensen met verstandelijke beperking:

Literatuur: Succesvol toegepaste behandelmethodiek bij jeugdige met autisme, zwakke begaafdheid, die niet kan praten. Methodiek: vermijding opheffen en bekrachtigen van gewenste gedragingen, zie Stimulus Fading and Differential Reinforcement for the Treatment of Needle Phobia in a Youth with Autism

Mere exposure effect:

Bekend maakt bemind. De houding ten aanzien van een neutrale stimulus wordt positiever als je er vaker mee te maken hebt.