Trilangst

Trillen vanwege stress is een voorbeeld van de interactie tussen fysiologie en psychologie. Iemand voelt zich opgelaten of gespannen en wordt vervolgens bang dat het kan uitmonden in trillen.

Fysiologie: De buigers en de strekkers gaan zich aanspannen. Als er een beweging moet worden gemaakt, bv het buigen van de arm, dan ontspant de spier die het buigen moet toelaten (de strekker) onvoldoende. Hierdoor trilt men.

Psychologie:

Interventies om trilangst te overwinnen kunnen per persoon verschillen. Hiernaast voorbeelden.

Veel voorkomende kenmerken:

-Reden om eraan te werken is veelal als men erg tegen situaties opziet waarin men verwacht wordt om te drinken of te eten. Als mensen in hun studie, werk of privé zich vaak ongemakkelijk voelen, ontstaat er anticipatie.

-trilangst speelt met name een rol bij het hanteren van kopjes en bestek in gezelschap. Situaties worden vermeden of gerichte aandacht wordt omzeild. Soms kan het trillen van de nek voorop staan. Hoe officiëler de situatie of hoe gerichter de aandacht, des te moeilijker het vaak is.

-angst leidt tot vermijden van drinken of eten. Met name ongebonden soep eten in het bijzijn van anderen wordt moeilijk gevonden.

-er zijn subtiele vermijdingen. Wel drinken in gezelschap maar geen plastic bekertjes gebruiken of kleine kopjes. In plaats daarvan alleen mokken gebruiken of een slok nemen als een ander wegkijkt.

-trilgevoeligheid treedt vaak ook op bij andere emoties en omstandigheden als: vermoeidheid, kater na drinken, boosheid, verdriet.

Er is nogal eens nevenproblematiek bij trilangst. Deze hoeft niet aanwezig te zijn.

    • Lichamelijke gevoeligheid om te trillen zoals bij familiaire tremor of essential tremor. Je hebt dan aanleg.

    • Depressiviteit

    • Sociale angst in brede zin

    • Overbelasting

Angst voor trillen kan gezien worden als een specifieke sociale angst. Er is angst of schaamte voor negatieve beoordeling van het trillen / spanningssignaal door anderen.

Trillen en angst

Hulpmiddelen

Laat jezelf niet in de steek, wanneer je jezelf het hardst nodig hebt. Maak je houding kloppend.

Denk 'a-sociaal' als dat gezond is. Als het negatief werkt dat anderen een beeld je verwachten dat je niet denkt waar te kunnen maken, dan helpt het enorm om niet overmatig contact te maken. Je vindt daarin niet de houvast en veiligheid die je zoekt. Zet in op het tijdelijk verbreken van de beklemmende band. Het is een soort Judo-techniek, waarbij je de rollen omdraait. Gebruik zelfondersteuning voor deze 'a-sociaal gezonde reactie'.

Oefenen met zelfondersteuning:

'strijdbare zelf-controle' : "ze bekijken het maar!"

aanvaardend : "tja, zo reageer ik nu eenmaal"

paradoxale aanpak : "dan maar trillen als een zenuwpees, want zij die het zien moeten daar maar tegen kunnen!"

realistische aanpak : "het is vervelend, maar het duurt maar kort. Dan heeft het maar geen schoonheidsprijsje"

observerend : "hoe vaak tril ik eigenlijk, dat het een probleem is om de situatie succesvol af te ronden?"

Tip: Herhaal dit ook na afloop, mocht je nog moeite hebben om de situatie los te laten.

motorisch

-Motorische paden / bewegingen oefenen die minder kans op trillen geven. Vaak zijn in de bewegingslijn bepaalde posities het meest lastig. Het moment van vast gaan pakken van een kopje. Het overgangsmoment van tillen naar het naar je toe bewegen, het bij de mond van richting veranderen van je hand. De manier van een kopje oppakken, de manier van je hoofd bewegen naar het kopje toe en manieren om met twee handen te te drinken kunnen getraind worden, zodat je ook met kolkende adrenaline beter de situatie de baas kunt. Oogbewegingen zijn vaak strijdig met spanning vastzetten. Ga je ogen niet fixeren. Oogbewegingen voor en tijdens de motorische handeling kunnen het gemakkelijker maken.

pillen?

-Bij incidentele situaties als een optreden: Een bètablokker als propranolol gebruiken in vooraf bepaalde situaties. Let wel tijdstip van inname, dosering en doel van inname zijn belangrijk.

Waarnemingsregulatie:

-taakconcentratie, overmatige zelfgerichte aandacht afbouwen. Vraag je behandelaar om dit te oefenen.

Gedachten en gedragstherapie:

-helpende / ondersteunende manieren van denken en zelfinstructie aanleren, cognitieve therapie

-formuleren van gedragsexperimenten

-uitvoeren van exposure in vivo (confrontatie-oefeningen waarbij je inzet op vermijdingen opheffen en zelfredzaamheid vergroten)

Emotieregulatie:

-rollenspel om weerbaarder te worden tegen opmerkingen en aandacht van anderen

-rollenspel om je trilgevoeligheid uit te leggen aan een ander, vaak biologische rationale gebruiken

-ontspanningsoefeningen doen om spierspanning te voorkomen

-negatieve leerervaringen uit het verleden ontdoen van lading, waardoor je in de toekomst minder verkramping voelt. Hiervoor kan bv gesprekstherapie, rescripting of EMDR worden ingezet.

-overbelasting in het algemeen aanpakken